vrijdag 15 oktober 2010

Schrijflamlendigheid

Als je liefdesverdriet hebt, zijn bankjes met gelukkige, zoenende stelletjes erop niet te verdragen, dat weet iedereen. Minder bekend is het fenomeen dat je moeilijk goede boeken kunt lezen, als je last hebt van schrijflamlendigheid. Tenminste, dat geldt voor míj.
Schrijflamlendigheid is helemaal geen drama, ook al heeft het lang geduurd voor ik dat inzag. Het is een periodiek verschijnsel, dat gewoon wil zeggen dat 'het' even op is.
Even, niet voor altijd.
Je moet opnieuw opladen. Het is frustrerend, want ik WIL zo graag, maar het gaat niet.
Lekker bijlezen dan maar, zou je denken. Dat doen vast veel schrijvers. Maar mij lukt het niet. Juist nu niet! Goede boeken maken me alleen maar schrijflamlendiger, want ze lijken te zeggen: sliep-uut! dit ga jij dus nooit meer doen. (N.B. Dat 'uut' in 'sliepuut' wijst waarschijnlijk op mijn Drentse jeugd, maar 'sliepuit' klinkt me echt te raar in de oren.)

Gelukkig zijn sommige boeken daarboven verheven. Sommige boeken vind ik zo goed, dat ik ze altijd kan lezen. Ik denk dat dat komt omdat ik dat niveau van mezelf niet hoef te halen. Dat is heel rustgevend.
Hier een voorbeeld van zo'n boek:

Uit: Kikker en Pad, van Arnold Lobel.
Zeer aan te raden bij schrijflamlendigheid en andere neerslachtige gevoelens. Gelukkig nog altijd verkrijgbaar, onlangs weer opnieuw uitgegeven!
Roald Dahl is ook zo'n schrijver die ik altijd kan hebben. Zijn kinderboeken bedoel ik, alhoewel ik zijn verhalen voor volwassenen eigenlijk nog beter vind.

Ik zie trouwens ineens dat ik - onbewust - niet de meest vrolijke bladzijden uit Kikker en Pad heb uitgezocht! Hm. Misschien heeft het ermee te maken dat er gauw weer een boek van mij de wereld in zal gaan. Zoals Pad zich hierboven voelt, dat gevoel vreest misschien wel elke schrijver, op zijn minst een béétje.

Hé! Dankzij deze blog is mijn schrijflamlendigheid even wat afgenomen, merk ik.
Ziezo.
Nu nog alle bankjes weg.
.

woensdag 6 oktober 2010

Kinderboekenbal 2010

Een merkwaardig fenomeen waarover ik me al tijden verbaas: schrijvers dansen niet. Waarom toch niet? Het verschijnsel werd gisteren, op het Kinderboekenbal, weer eens volop aangetoond. Zelfs kinderboekenschrijvers dansen niet, terwijl ze in veel opzichten wat losser en vlotter zijn - gemiddeld genomen - dan grotemensenboekenschrijvers. Voor de stelling omtrent 'losser en vlotter' heb ik overigens geen harde bewijzen, het is maar een 'gevoel', als ik zo om me heen kijk, in de boekenwereld.
Het is zelfs nog gekker: grotemensenboekenschrijvers dansen vaker dan kinderboekenschrijvers. Dat weet ik, want ik heb er ooit een paar gezien, met eigen ogen, op het grotemensenboekenbal. Of zou het zijn dat ze vaker dronken worden dan kinderboekenschrijvers? Op het Kinderboekenbal is niemand dronken. En wie waagt zich nuchter op de dansvloer? Ik dus. En collega/vriendin Loes Hazelaar. En af en toe nog een paar mensen. Mannen! Geen schrijvers natuurlijk, maar partners van schrijvers. Er waren zelfs meer mannen op de dansvloer dan vrouwen, wie beleeft dàt ooit? Op een gegeven moment wel drie, tegen slechts één à twee vrouwen.
Dit moment was trouwens meteen het hoogtepunt, qua bezettingsgraad van de dansvloer.

De vraag is nu: waarom blijven ze het feestje toch zo hardnekkig een 'bal' noemen? Op een bal danst men. Het zou dus beter Kinderboekenpraatfeest kunnen heten.

Het zaalprogramma was gelukkig leuk, dit jaar, met o.m. een gaaf optreden van Mirjam Oldenhave. Over vorig jaar - dit was mijn eerste keer - hoorde ik in de wandelgangen uiterst slechte commentaren gefluisterd worden.

Loes en ik in de zaal, voor het programma begon:

En nog maar een keer Loes en ik:

En na afloop met 'oud'-schrijfgenootje Niki Smit op de foto, altijd leuk, vlak voordat ze naar de tram sprintte: