dinsdag 3 april 2012

Dokter Bernhard


Er bestaan mensen die gewoon naar liedjes kunnen luisteren zonder daar allerlei gedachten bij te ontwikkelen. Ik behoor niet tot die mensen. 'Gedachten ontwikkelen over liedjes' zou je zelfs een favoriete tijdverlummelbezigheid kunnen noemen. Er bestaan een hoop van dat soort bezigheden, ik zal het over de andere nog wel eens hebben, maar dit is zeker een van de meest interessante.

Vanmorgen gebeurde het weer: er borrelde een liedje omhoog. Het was Dokter Bernhard, uit de jaren zeventig. Dokter Bernhard is een leuk liedje, ook al loopt het dramatisch af. Het leuke eraan vind ik het gevoel van hier-en-nu dat het oproept. Als luisteraar heb je het gevoel erbij te zijn, nu, het moment dat het zich allemaal afspeelt.
Toch is er iets raars met het liedje. Als kind voelde ik al dat er iets niet klopte, maar wát? Ik kon het niet benoemen. Vanmorgen besloot ik het nummer aan een nader onderzoek te onderwerpen, ik had toch wat verlummeltijd over.
Het onderzoek leidde - ik zal het meteen maar verklappen - tot de grote vraag: wat doet dokter Bernhard 's avonds laat bij de ik-vrouw thuis? Waarom is hij daar?

Nu roep je natuurlijk: 'Maar Mariken, hoezó is dokter Bernhard 's avonds laat bij de ik-vrouw thuis? Hoe kom je daarbij?'

Ik zal je vertellen hoe ik daarbij kom.

Als het liedje begint, stel je je als luisteraar voor hoe de ik-vrouw de ziekenhuiskamer van haar geliefde verlaat om op de gang dokter Bernhard aan te klampen. Je ziet haar voor je: angstige blik, smekend, kwetsbaar, haar hand lichtjes rustend op zijn witgemouwde doktersarm:



'Dokter Bernhard, u moet me zeggen: hoe gaat het met hem nu?'

Dan vervolgt ze: 'Dokter Bernhard, ik kan alleen maar bidden voor hem en u.' (En ú? Die toevoeging begrijp ik niet. Vroeger dacht ik dat ze zong: 'en nú...', als een onaffe zin - die ik ook niet begreep.)
Hm. Dat 'alleen maar bidden' doet al sterk vermoeden dat er méér afstand is tussen de ik-vrouw en haar geliefde dan slechts een ziekenhuisdeur. Als je vlak bij iemand bent, kun je immers wel meer doen dan alleen bidden. Je kunt bijvoorbeeld zijn hand vasthouden, zijn voorhoofd deppen en hem opbeurende woordjes toeprevelen.
Maar ik geef toe: het bidden is op zichzelf nog geen sluitend bewijs dat de ik-vrouw zich niet in het ziekenhuis bevindt.
Dan zingt ze: 'Hij ligt daar zo alleen'. Aha! Ze is dus inderdaad een behoorlijk eind van hem vandaan, anders zou ze hem niet als 'alleen' beschouwen. Dat doe je niet als je even naar het toilet bent, of even met de dokter gaat praten. Bovendien, als ze dichtbij was geweest, waarom zou ze dan niet naar hem toesnellen, om onmiddellijk een einde te maken aan dat ongewenste alleen-zijn? Blijkbaar kan dat niet.
Of ligt hij misschien ergens waar ze niet bij hem mag komen, in quarantaine bijvoorbeeld?
Nee, want even later zingt ze: 'Gisteravond was hij op. Hij heeft me nog gekust (gekúúú-hu-hu-hust)'.
Dat was gisteravond. Maar waar is ze nú dan? Waarom is ze niet bij hem? Vergis ik me, en is ze tóch in het ziekenhuis? Wellicht is ze op de werkkamer van dokter Bernhard, om even rustig zijn geval te kunnen bespreken.

Maar nee.
Want - en nu komt het:
De telefoon gaat.
En zíj pakt hem op.
Het is een vaste telefoon, want mobiele telefoons had men nog niet in de jaren zeventig.
Ze zitten niet in dokter Bernards werkkamer, want in dat geval zou híj de telefoon beantwoord hebben.
Kortom: ze is thuis.

En dat roept de volgende dringende vragen op:
- Waarom is ze thuis, als ze zo graag bij hém wil zijn?
Misschien is het al 's avonds laat en mag ze niet in het ziekenhuis overnachten. Ja natuurlijk, dat is een zeer plausibele verklaring. Maar dat roept onmiddellijk een veel verontrustender vraag op, te weten:
- Waarom is dokter Bernhard - overduidelijk niet een huisarts maar een ziekenhuisarts - bij deze vrouw thuis, 's avonds laat?
Sinds wanneer komt een behandelend arts bij de vrouw van een patiënt thuis, ook nog 's avonds laat, om te vertellen dat alles goed gaat met de patiënt? Want dat is wat hij haar zegt: alles gaat prima, maakt u zich maar geen zorgen.
De enige niet-verdachte verklaring zou kunnen zijn dat dokter Bernhard bevriend is met het echtpaar. Maar in dat geval zou de vrouw hem Bernhard noemen, geen dokter. En de dokter zou haar niet met 'u' aanspreken.

Een bange, kwetsbare vrouw, alleen thuis, 's avonds laat. Ik ga mijn verdenkingen omtrent de bedoelingen van deze dokter Bernhard niet opschrijven. Vooral de laagste en de meest bedenkelijke niet. Dat zou jammer zijn. Ga even fijn wat tijd verlummelen en bedenk ze zelf.

zondag 21 augustus 2011

Karaoke Ruziesimulator

Attentie, attentie! We staan NU op Noorderzon met de inmiddels roemruchte Karaoke Ruziesimulator, een project van kunstenares Katerine Hendricks waarvoor ik de teksten heb geschreven. Hieronder kun je in een artikel uit het Dagblad van het Noorden lezen wat het is, handig, hoef ik dat zelf niet te uit te leggen. De letters zijn wat klein zo, maar als je erop klikt krijg je het artikel groter.

Wat zo tof is, is niet alleen het idee en het hele project zelf, maar ook dat het werkt zoals we hadden gedacht en gehoopt. Iedereen kan het zo serieus nemen als hij of zij zelf wil. De een moet vooral lachen en heeft - alleen of samen - een bijzondere ervaring, de ander gaat er echt 'in', gooit alles eruit, en stapt daarna - zoals al in de aankondiging stond - geheel verkwikt weer het festivalterrein op.

Veel belangstelling reeds aan het begin van de avond

De verdere mogelijkheden van deze installatie zijn groot. We hebben nu zes ruzieopties, dat wil zeggen: filmpjes van verschillende partners, maar er is ook veel vraag naar andere conflictpartners, zoals buurman, werkgever, collega en politieambtenaar. Er kwam zelfs een verzoek tot virtueel ruzie maken met God. De karaoketeksten zijn gericht op volwassenen, maar tot onze verrassing blijkt dat ook veel kinderen staan te trappelen om gebruik van de simulator te maken. Dat kan nu nog niet, maar mijn handen jeuken om juist voor hen een programma te maken! Gooi alles er eens lekker uit naar je ouders, je irritante broertje of je juf, zonder dat iemand de boel onmiddellijk meent te moeten sussen!

Er is - niet tot onze grote verbazing - veel vraag naar een verkwikkende ruzie met "de puber".
.

dinsdag 21 juni 2011

White Honey-T-shirt!

Als er een nieuwe schrijfperiode aanbreekt, moet het huis opgeruimd en schoon zijn. Opgeruimd en schoon volgens mijn eigen normen, die zijn gelukkig niet erg extreem, maar het moet wel. Onlangs was het weer zo ver. De bovenverdieping moest eraan geloven. Daar is weinig kastruimte, dus kleding die ik niet draag, moet weg. Dit om te grote bultvormingen en instortende kledingrekken te voorkomen.

Ik heb een twijfelgevallenkledingstukkendoos. Daarin stop ik de kledingstukken die nog een kans krijgen, maar dan moet ik ze het komende jaar wel minstens één keer missen, anders gaan ze alsnog genadeloos weg.
In deze doos bewaar ik ook een paar kledingstukken uit nostalgische overwegingen.
Het meest gekoesterde kledingstuk in die categorie was altijd mijn White Honey-T-shirt. White Honey was mijn favoriete band toen ik 13 jaar was, in 1979.
Dit is White Honey:











In die tijd droeg iedereen een 'Herman Brood and his Wild Romance'-shirt. Iedereen, behalve ik. Want ik had een White Honey-shirt. Die twee shirts waren afgezien van de bandnaam vrijwel hetzelfde, trouwens. Waarschijnlijk was er maar één bedrijf dat T-shirts bedrukte, en dat ene bedrijf had één soort letters en één model T-shirt. Wat een heerlijk overzichtelijke tijd was dat.

Maar vooral fijn aan die tijd was dat ik dertien was terwijl White Honey bestond. Juist tóén was er een sprankelende popcultuur in Groningen en de festivals vlogen je om de oren. White Honey was overal. En ik ook.

En juist dát beminde T-shirt was zoekgeraakt. Al vele jaren geleden. Ik heb niet veel bergruimte, zoals gezegd, en in zo'n geval is het snel duidelijk dat weg weg is. Ik had me erbij neergelegd. Life goes on immers, ook zonder White Honey-shirtje.
Tot eergisteren. Want wat bleek tijdens mijn laatste uitzoek-en-wegdoe-ronde? Weg was helemaal niet weg en 'life' hoefde niet 'on te go-en' zonder White Honey-shirt!
Toen ik een oud Black Uhuru-shirt uit de doos pakte en opnieuw wilde opvouwen, viel er iets onderuit: een klein zwart pakketje... hè? Wat? YEAH! Ik barstte natuurlijk spontaan in het zingen van 'Some kinda woman' uit.
Het T-shirt bleek nog perfect, zelfs de authentieke eindjaren-'70-geur zat er nog in. Die heb ik er toch maar even uitgewassen. En hier issie dan, helemaal fris en helemaal draagbaar anno 2011:

White Honey maakte veel indruk op mij, in 1979. De band is nog steeds een inspiratiebron. Of misschien niet eens zozeer de band of de muziek zélf, maar wel waar ze voor mij voor stonden. Het lijkt me moeilijk om een jeugdboek te schrijven waarin géén muzikanten voorkomen en géén popconcerten worden bezocht. Het hoort voor mij helemaal bij die leeftijd: uitgaan, muziek ontdekken, je eigen smaak vinden, de vrijheid proeven, kortom: steeds meer dingen doen die niets met je ouders te maken hebben en alles met jezelf.

Bonusverhaaltje:
En hoe leuk was het, toen ik afgelopen nieuwjaarsfeest in De Oosterpoort op de dansvloer Erwin Java tegenkwam, mijn vroegere White Honey-gitaarheld, die me vertelde dat hij mijn tekeningetje van hem* als 'foto' gebruikte op zijn Hyvespagina. Of dat wel mocht, van mij.
Hè, huh, wat?
JA! JA! JA!
Cool doen is er in zo'n geval nog steeds niet bij, ook al ben je inmiddels de twintig, de dertig, help, ook de veertig al gepasseerd. De dertienjarige laat zich niet zomaar uit jezelf verwijderen.

* Kijk voor het betreffende tekeningetje op mijn website bij 'Lijstjes' (onder 'favoriete kinderachtige verliefdheden').

Bonusfoto:

Erwin Java -White Honey. Rocking Berend Festival, 28 aug. 1979.
NB: De zéér oplettende kijker ziet dat Erwin hetzelfde T-shirt aan heeft als ik, maar dan wit, met zwarte letters. Je ziet delen van de W en de H tussen jas en sjaal.
NB2: En zie als bonus op de bonusfoto die prachtige camera!
.

zondag 23 januari 2011

Gepresenteerd en wel!



Hier is het dan, mijn nieuwe boek 'Sokkenthee en chocola', gepresenteerd en wel. Het was de eerste keer dat ik eruit voorlas, en dat was natuurlijk spannend. Zal men - kinderen én volwassenen - geboeid blijven luisteren of ontstaat er een onrustig geschuifel?
HET GING GOED, zoals mag blijken uit de foto hier rechtsboven!

Heel veel chocola cadeau gekregen! Heerlijk, maar niet zo handig voor een verslaafde, die haar snoepneigingen eindelijk min of meer onder controle had. Volgende 8+-boek gaat 'onderbroekenkoek en wortelslaatjes' heten.

Ik zou graag willen zeggen dat het nog lang onrustig bleef in de Stoeldraaierstraat, maar dat was niet zo. Het duurde tot vijf uur en toen moest ik hup, alweer weg, naar de volgende activiteit.

.

dinsdag 18 januari 2011

Nieuwboeknieuwboeknieuwboek

Er is een nieuw boek! Mijn eerste zogezegde 'achtplusser'. We gaan het a.s. donderdag (20 januari 2011) presenteren, in de Groningse Kinderboekwinkel (Stoeldraaierstraat 48). Kom effe kijken, om 16.00 uur, als je zin hebt!

Zo ziet het eruit, prachtig geïllustreerd als het is door Heleen Brulot. Leuk dat we de boreling presenteren op de plek waar ik Heleen heb 'gevonden', in de Groningse Kinderboekwinkel dus. Afgelopen voorjaar vroeg ik daar om raad. Ik had een goede - en uiteraard bij mij passende - illustrator nodig, en ben toen met een medewerkster door de kasten gaan snuffelen. En dit is het resultaat.

Raar toch, zo'n boek de wereld in brengen. Ik voel me altijd meer 'schrijver' dan 'theaterpersoon', behalve op dit soort momenten. Dan mis ik het theater. Wat ik zo mooi vind aan theater, is dat het volledig hier en nu is. Het 'doen' en de 'ontvangst' vinden tegelijkertijd plaats. Je speelt, er is interactie, je krijgt onmiddellijk wel of geen respons en KLAAR. Loslaten en verder. En je hebt na afloop niets in handen. Als je de voorstelling niet speelt, bestaat hij niet. Die 'afgebakende tijdelijkheid' heeft een grote charme, vind ik.
Als ik een boek schrijf, ziet het publiek het resultaat pas na lange tijd. En als ik na de presentatie naar huis ga, bestaat dat ding nog steeds. Iedereen kan het zomaar kopen, en zelfs lezen, zonder dat ik erbij ben! Ik wil erbij zijn!
Ik ben alweer een hele tijd ondergedompeld in een volgend boek. En nu moet ik me ineens weer verdiepen in iets van een hele tijd geleden! Hoe leuk ook, het is bevreemdend, zoals elke schrijver weet. Radio, boekpresentatie, interviews en weet ik veel wat er allemaal nog komt, hartstikke leuk natuurlijk, ben er ontzettend blij mee, maar het voelt zo.... zo láát. Kan dat niet gewoon metéén, wanneer ik nog aan het schrijven ben?
Hoe dan ook: de nieuweling is geboren, hij verkeert volgens mij in stralende gezondheid, de moeder maakt het naar omstandigheden ook redelijk en de kraamvisite is a.s. donderdag. Wees van harte welkom!
.
P.S. Heel raar, ik had de afgelopen dagen twee radio-interviews, en ineens wilde ik bij de andere microfoon zitten. Radiopresentator wil ik worden. Is het een bevlieging? Het lijkt me echt geweldig leuk!
.

donderdag 11 november 2010

In between books

Ik ben in between books. IBB is een schimmige periode, waarin je een boek af hebt, maar er nog niet los van bent, zodat je niet aan het volgende kunt beginnen, hoe het ook staat te trappelen. Je moet jezelf eerst leegmaken en opnieuw opladen.
IBB is ook de tijd waarnaartoe alle klusjes worden doorgeschoven die niets met schrijven te maken hebben: 'Dat doe ik straks wel, eerst dit boek af.' Ik weet nu alleen niet meer wat die klusjes waren, en als ik het onverhoopt wel weet, heb ik weinig zin in ze.
Ondertussen heb ik al wel een groot deel van mijn huis opgeruimd en geboend, is een deel van de vloer wegens houtworm vervangen, met alle gevolgen van dien (o.a. kasten uitruimen en opnieuw - beter en leger - inrichten), mijmer ik over een prentenboek en ben ik aan het lezen geslagen.
Ik doe dus best veel.
Maar het voelt als niet-genoeg. Het voelt alsof ik aan het lummelen ben.
Want er kan altijd meer.
Zoals de administratie doen en de post verwerken.
Ik heb een fantastisch functionerend administratiesysteem: alles wat binnenkomt gooi ik op een grote bult. Pas als de stapel omvalt, ga ik de boel sorteren, weggooien en in mappen stoppen. En hup, weg stapel. Ik hoef me zo hooguit twee á drie keer per jaar in de saaie post te verdiepen.

Het enige probleem met dit systeem is dat het moment waarop de bult valt niet altijd het moment is waarop ik zin heb om de boel uit te zoeken. Waterschapsbelasting, energierekeningen, verzekeringspapieren: het is niet de boeiendste materie.

Bij het zien van de foto denk je misschien dat de stapel nog niet is gevallen, maar dat is hij wel degelijk. Ik heb hem alleen weer even rechtop gezet. Zogenaamd voor de foto. Maar eigenlijk omdat ik er dan nog onderuit kan.

Zal ik dan maar?
Of toch maar verder lezen in 'Gebroken soep' van Jenny Valentine?
.

vrijdag 15 oktober 2010

Schrijflamlendigheid

Als je liefdesverdriet hebt, zijn bankjes met gelukkige, zoenende stelletjes erop niet te verdragen, dat weet iedereen. Minder bekend is het fenomeen dat je moeilijk goede boeken kunt lezen, als je last hebt van schrijflamlendigheid. Tenminste, dat geldt voor míj.
Schrijflamlendigheid is helemaal geen drama, ook al heeft het lang geduurd voor ik dat inzag. Het is een periodiek verschijnsel, dat gewoon wil zeggen dat 'het' even op is.
Even, niet voor altijd.
Je moet opnieuw opladen. Het is frustrerend, want ik WIL zo graag, maar het gaat niet.
Lekker bijlezen dan maar, zou je denken. Dat doen vast veel schrijvers. Maar mij lukt het niet. Juist nu niet! Goede boeken maken me alleen maar schrijflamlendiger, want ze lijken te zeggen: sliep-uut! dit ga jij dus nooit meer doen. (N.B. Dat 'uut' in 'sliepuut' wijst waarschijnlijk op mijn Drentse jeugd, maar 'sliepuit' klinkt me echt te raar in de oren.)

Gelukkig zijn sommige boeken daarboven verheven. Sommige boeken vind ik zo goed, dat ik ze altijd kan lezen. Ik denk dat dat komt omdat ik dat niveau van mezelf niet hoef te halen. Dat is heel rustgevend.
Hier een voorbeeld van zo'n boek:

Uit: Kikker en Pad, van Arnold Lobel.
Zeer aan te raden bij schrijflamlendigheid en andere neerslachtige gevoelens. Gelukkig nog altijd verkrijgbaar, onlangs weer opnieuw uitgegeven!
Roald Dahl is ook zo'n schrijver die ik altijd kan hebben. Zijn kinderboeken bedoel ik, alhoewel ik zijn verhalen voor volwassenen eigenlijk nog beter vind.

Ik zie trouwens ineens dat ik - onbewust - niet de meest vrolijke bladzijden uit Kikker en Pad heb uitgezocht! Hm. Misschien heeft het ermee te maken dat er gauw weer een boek van mij de wereld in zal gaan. Zoals Pad zich hierboven voelt, dat gevoel vreest misschien wel elke schrijver, op zijn minst een béétje.

Hé! Dankzij deze blog is mijn schrijflamlendigheid even wat afgenomen, merk ik.
Ziezo.
Nu nog alle bankjes weg.
.