zondag 26 september 2010

Het blikjesbesluit

O, nee hè, daar komt ze weer. Daar zit ze weer. Daar kijkt ze weer. Daar miauwt ze weer. Daar volgt ze me weer.

Zoals elke schrijver weet, is de grootste stoorzender tijdens het schrijven een klein kind of een kat. Ik heb geen kind, wel een kat. Mijn poes is een gemakkelijk, lief, gezellig, zelfstandig en niet-neurotisch beest. Behalve als het om 'blikje' gaat.
Toen ik haar kreeg, zo'n acht jaar geleden, besloot ik streng te zijn: ze krijgt blikje om 17.00 uur. Punt.
Dat 'punt' schoof al snel naar voren, tot aan 13.30 uur, want ik ben natuurlijk een watje. Maar daar lag de grens! 13.30 uur! Verder ga ik niet. Waar moet het anders eindigen?
Jarenlang hield ik dit vol, ik smokkelde hooguit een kwartier. En ik was trots op mezelf. Ik, een heuse voet-bij-stuk-houder!
Maar o, dat gezeur.
Mijn beste, meest heldere schrijftijd is van ca. 10.00 uur tot 14.00 uur, soms tot 15.00 uur. Daarbinnen valt hoe dan ook altijd het gewraakte tijdstip 13.30.
Om 12.30 uur begint het zeuren. Soms. Meestal eerder.
Maar je moet natuurlijk voet bij stuk houden, anders dan... anders dan... dan loopt alles in het honderd. Toch? Dan verschuift het tijdstip steeds verder naar voren en dan...
Eh, tja, wat dan, eigenlijk?
Vanmiddag besloot ik zomaar ineens dat het genoeg was.
Waar kwam dat vandaan? Geen idee. Ik geloof niet zo in het nemen van besluiten. Besluiten nemen jóú, als je er klaar voor bent.
Ik was klaar.
Het besluit dat mij nam was:

Vanaf nu krijgt Poes blikje wanneer ze wil.

Zie haar op een voorheen ongeoorloofd tijdstip - 12.40 uur! - lekker eten:

Wat een bevrijding! Kilo's verbeten vasthoudendheid en verkramping vallen van me af. Ik voel me verderlicht, en als ik deze blog niet aan het schrijven was, danste ik nu door het huis.
Sinds het blikjesbesluit lig ik aldoor in een deuk, om mezelf en die absurde neiging om 'de dingen' in de hand te willen houden. Waarom moeten ze in een hand gehouden? En waarom in die van mij? Mijn kat heeft al lang aangetoond prima voor zichzelf te zorgen, ze bepaalt altijd zelf hoeveel brokjes ze eet en is nooit te dik. Waar bemoei ik me mee?

Ik weet: het blikjestijdstip zal vanaf nu gaan verschuiven naar het moment dat ik opsta.
Nou èn, dat het blikjestijdstip vanaf nu gaat verschuiven naar het moment dat ik opsta?
Waar heb ik me in vredesnaam al die jaren zo druk om gemaakt? Me laten stressen en afleiden en irriteren tot aan het bevrijdende 13.30 uur?
Nu is er altijd bevrijdheid. Ik verheug me op al die heerlijke, productieve schrijfuren, zónder poezengezeur.
.

maandag 6 september 2010

Cary en George: de ontdekking

Als je je verdrietig voelt en rot, moet je niet in een hoekje gaan zitten zielig zijn, zoals ik vroeger dacht, nee, je kunt beter leuke dingen doen. Je voelt je dan evengoed nog verdrietig en rot, maar je doet tenminste leuke dingen. Bijvoorbeeld:
- zonnebrillen kopen
- dansen op een gaaf dansfeest
- naar de film
- afspreken met vrienden
Bij voorkeur meerdere opties tegelijkertijd.
Zo belandde ik gisteren, zondag dus, om 12.10 uur - bijna direct na een dansfeest zaterdag - met twee vriendinnen in de bioscoop, bij de film North by Northwest, van Alfred Hitchcock. Wat een mooie, grappige film is dat toch! En het viel me meteen weer eens op hoe het met het huwelijk tussen spanning en humor is gesteld: het werkt niet. Je zit bij deze film nooit op het puntje van de stoel, ook al zou dat gezien het script heel goed gekund hebben.
We vermoedden dat dat voor een groot deel door hoofdrolspeler Cary Grant veroorzaakt wordt.
Ook zitten er veel onbedoeld (?) grappige dingen in de film. Het leukst vind ik de bushalte. Cary reist met de bus naar een afgelegen locatie - waar even later de beroemde sproeivliegtuigscène zal plaatsvinden - en stapt uit op een kale vlakte. Enkel dorre akkers, zo ver als het oog reikt, in alle richtingen (prachtige beelden!). Bij de bushalte wacht hij op de afspraak die hij meent te hebben. Niks aan de hand, zou je denken. Maar... wat doet die bushalte daar in vredesnaam, in de middle of absolutely nowhere? Weet de buschauffeur anders soms niet waar hij moet stoppen?

Na afloop, tijdens de koffie, deed ik een spectaculaire ontdekking. Kijk eerst maar eens naar de volgende foto, genomen van de wand van bioscoopcafé Images:

Ik zal maar verklappen waar het om gaat, want de foto is helaas niet al te duidelijk:
George Clooney is een volle reïncarnatie van Cary Grant! Niemand zal het meer kunnen of willen ontkennen, na het zien van de volgende inzooms van het vorige plaatje:

















Misschien denk je dat het niet kan, omdat de twee (ook) tegelijkertijd hebben geleefd. Maar niemand kent de mysterieuze wegen van de ziel. Misschien gaat hij wel bij leven al in kleine stukjes over naar de ander. Het staat hoe dan ook vast dat er sprake is van dezelfde persoon. Ze lijken niet alleen fysiek idioot veel op elkaar - gezicht, postuur, houding -, maar vooral ook hebben ze exact dezelfde uitstraling van stoere manlijkheid en lichtvoetige charme, met net genoeg onhandigheid om niet gelikt en glad te zijn, maar juist nog onweerstaanbaarder.
Je snapt: na deze ontdekking was ik behoorlijk opgefleurd. We dronken nog een kop koffie en gingen naar de volgende film.
.
Naschrift: ha, ik zie ineens dat hun initialen dezelfde letters bevatten, maar dan in omgekeerde volgorde. Als er nú nog iemand twijfelt...
.